Eenmalige Activering en Configuratie van het Apparaat in de automatische voerbak Instellingen
Voordat u de VitalControl voor de eerste keer gebruikt, moet u deze eenmalig activeren en correct configureren in de instellingen van de Alma Pro voerbak.
Vereisten
We raden aan om een firmwareversie 24-xx-xx of hoger te gebruiken met het VitalControl-apparaat. Om te controleren welke firmwareversie op uw apparaat is geïnstalleerd:
Navigeer naar de startpagina van de voerbak door op de bovenste Home knop ➀ in de navigatiebalk aan de linkerkant van het scherm te klikken.
Klik op het startscherm op de Help knop ➁ in de rechterbovenhoek van het scherm.
Het versienummer ➂ wordt nu links van de taalwisselknop weergegeven.
Screenshot 1: Alma Pro: controle van firmwareversie
Let op Als de firmwareversie van uw voerbak lager is dan 24-xx-xx, kunnen er verschillen zijn tussen de onderstaande screenshots en de weergave op uw touchscreen, waardoor u de instructies mogelijk niet kunt volgen. Neem in dit geval contact op met uw servicetechnicus om de firmware op uw voerbak bij te werken.
Navigatie naar instellingenmenu VitalControl
Let op
Om het VitalControl apparaat te activeren en in te stellen, moet u ingelogd zijn als de Bedrijfsleider gebruikersrol bij de automatische voeder. Anders zijn sommige van de knoppen die hieronder worden getoond en beschreven niet zichtbaar voor u.
Klik op de onderste knop Instellingen➀ in de linkerzijbalk van de aanraakterminal. Als u in het hoofdmenu bent waar geen zijbalk zichtbaar is, druk dan op de knop Automaatom de zijbalk weer te geven.
Klik op de tweede knop van links Terminalinstellingen aanraken➁ in de onderste werkbalk van de aanraakterminal.
Er verschijnt nu een reeks menu-items aan de linkerhelft van het centrale schermgebied. Klik op de onderste knop Accessoires➂.
Er verschijnt nu een menu-item (of mogelijk meerdere) aan de rechterhelft van het centrale schermgebied. Klik op de bovenste knop VitalControl➃. De knop schakelt nu naar de linker schermhelft.
Onderaan de rechterkant van het scherm wordt de knop Instellingen openen➄ nu weergegeven. Klik op deze knop en er opent een pop-upvenster dat Pagina 1 van het VitalControl instellingenmenu toont.
Screenshot 1: Toegang tot het VitalControl instellingenmenu
Het VitalControl instellingenmenu is verdeeld over twee pagina’s:
VitalControl Instellingenmenu - Pagina 1
Pagina 1 van het VitalControl instellingenmenu wordt als volgt gepresenteerd:
Screenshot 2: VitalControl instellingenmenu, Pagina 1
Op deze pagina kunt u de volgende acties en instellingen uitvoeren.
Activering van het VitalControl apparaat
In de standaardtoestand van de machine is de VitalControl gedeactiveerd. Zet de Nee/Ja schakelaar ➀ naar de rechterpositie Ja om het VitalControl apparaat te activeren. Vervolgens wordt in de rechterzijbalk van het invoermenu, onder het/de pictogram(men) voor de aangesloten machine(s), het pictogram voor het VitalControl apparaat weergegeven (zie Screenshot Invoermenu, figuur ➁ daar).
Synchronisatie automatische invoer 🠲 VitalControl
Aan de linkerkant van het scherm zijn er twee selectievakjes:
Selectievakje Op VitalControl nieuw aanmaken➁.
Deze optie regelt het gedrag in het geval dat er dieren aanwezig zijn op de voederbak tijdens de synchronisatie die nog niet bekend zijn bij het VitalControl apparaat. Deze optie is standaard ingeschakeld en moet over het algemeen ingeschakeld blijven. Als je je aangekochte dieren registreert door hun dierenpaspoorten te scannen, moet deze optie worden uitgeschakeld.
Schakel deze optie in:
als je een gloednieuwe VitalControl voor je hebt, waarop je alle dieren van een voederbak wilt overzetten. Na synchronisatie zullen alle dieren die bekend zijn bij de voederbak ook aanwezig zijn op de VitalControl.
als je continu nieuwe kalveren naar de voederbak brengt tijdens lopende operaties. Deze dieren zullen dan ook worden aangemaakt op het VitalControl apparaat tijdens synchronisatie.
Schakel deze optie uit:
als je nieuw aangemaakte dieren op je VitalControl hebt door hun dierenpaspoorten te scannen, waarbij
deze dieren nog geen transponder hebben toegewezen gekregen en
deze dieren al worden gevoerd bij de voederbak en daar dus geregistreerd zijn.
Let op Als de optie in de bovenstaande configuratie ingeschakeld blijft, zullen dieren na synchronisatie dubbel aanwezig zijn op de VitalControl.
Checkbox Verwijderen van VitalControl➂
Deze optie bepaalt of dieren die alleen aanwezig zijn op de VitalControl maar niet op de voederbak, worden verwijderd van de VitalControl tijdens de volgende synchronisatie. Als je de VitalControl alleen gebruikt tijdens de melkperiode van de dieren, moet deze optie ingeschakeld zijn. Als je de dieren wilt volgen na de melkperiode, moet je deze optie uitschakelen.
Schakel deze optie in:
als je alleen gegevens verzamelt voor de dieren tijdens de melkperiode,
als je wilt dat de dieren worden verwijderd van de VitalControl tijdens de volgende synchronisatie nadat ze zijn verwijderd van de voederbak. Op deze manier hopen dieren zich niet op de VitalControl na verloop van tijd.
Let op Als deze optie is geactiveerd en het selectievakje ⑤Op automaat nieuw aanmaken ook is geactiveerd, worden er geen dieren verwijderd die jonger zijn dan gespecificeerd in het nummer veld ➃Geen verwijdering van dieren jonger dan.
Schakel deze optie uit:
als je gegevens wilt blijven verzamelen voor de dieren na de melkperiode, bijvoorbeeld tijdens een weging,
als je bereid bent om de dieren handmatig van de VitalControl te verwijderen.
Let op Als u deze optie uitschakelt, moet u de transponder voor gespeende dieren op het VitalControl-apparaat uiterlijk ontkoppelen wanneer de halsband van het gespeende kalf naar een ander, jonger kalf wordt overgebracht. Als de transponder niet wordt verwijderd, worden de gegevens van het jongere dier - dat nu de voormalige halsband van het gespeende dier draagt - onjuist toegevoegd aan de dataset van de gespeende dieren.
Synchronisatie VitalControl 🠲 Automatische Voeder
Aan de rechterkant van het scherm bevindt zich een selectievakje en twee invoervelden:
Selectievakje Op automaat nieuw aanmaken⑤
Deze optie bepaalt of dieren die aanwezig zijn op de VitalControl, die onbekend zijn voor de voeder, tijdens de volgende synchronisatie op de voeder worden aangemaakt. Standaard is deze optie niet geactiveerd.
Deactiveer deze optie of laat deze gedeactiveerd:
als u uw VitalControl-apparaat op meerdere voeders tegelijkertijd gebruikt,
als u uw dieren direct naar de voeder brengt zonder ze eerst via het VitalControl-apparaat te registreren. Uw dieren worden dan automatisch aangemaakt tijdens de registratie wanneer ze voor het eerst bij de voeder worden gevoerd.
Let op Als de VitalControl op meerdere machines wordt gebruikt en deze optie is aangevinkt, zullen dieren onbedoeld van de ene machine naar de andere worden overgebracht tijdens synchronisatie.
Activeer deze optie:
als de eerste registratie van hun pasgeboren dieren met de VitalControl plaatsvindt vóór de eerste voeding bij de voederbak.
als u uw aangekochte dieren registreert door hun dierenpaspoorten te scannen op de VitalControl.
Let op Activeer deze optie alleen als u de VitalControl op een enkele machine gebruikt! Als u synchronisatie met meerdere machines wilt uitvoeren met deze optie ingesteld, moet u een apart VitalControl apparaat voor elke machine gebruiken.
Dropdownmenu ⑥Voedingscurve voor geïmporteerde dieren.
In dit dropdownmenu kunt u de voercurve selecteren die is toegewezen aan dieren die tijdens de synchronisatie nieuw op de voederbak worden aangemaakt.
Numeriek invoerveld⑦Geen import van dieren ouder dan.
In dit numerieke veld kunt u de minimumleeftijd (in dagen) specificeren vanaf welke dieren nieuw op de voederbak worden aangemaakt tijdens de synchronisatie. Dieren die jonger zijn dan de gespecificeerde minimumleeftijd worden niet aangemaakt tijdens de synchronisatie.
Druk op knop ⑧ om naar pagina 2 van het instellingenmenu VitalControl te schakelen.
Instellingenmenu VitalControl - Pagina 2
Hoe om te gaan met gegevensconflicten tijdens synchronisatie
Gegevensconflicten kunnen optreden bij het synchroniseren van de gegevens tussen de voederbak en het VitalControl-apparaat. Een gegevensconflict treedt op wanneer de gegevens elkaar tegenspreken op het VitalControl-apparaat en op de voederbak (bijv. met betrekking tot het Diernummer➁). Op deze pagina 2 van het instellingenmenu kunt u specificeren of en zo ja, hoe gegevensconflicten worden opgelost tijdens de synchronisatie. Er zijn hier drie opties:
Prioriteit wordt gegeven aan de gegevens van de voederbak, gegevens op het VitalControl-apparaat worden overschreven met die van de voederbak.
Activeer deze optie door de radioknop in de linkerkolom onder het voederbaksymbool ➃ te selecteren.
Prioriteit wordt gegeven aan de VitalControl-gegevens, gegevens op de voederbak worden overschreven met die van het VitalControl-apparaat.
Activeer deze optie door de radioknop in de linkerkolom onder de VitalControl ⑤ te selecteren.
Er worden geen wijzigingen aangebracht, zowel de voedergegevens als de gegevens van het VitalControl apparaat blijven ongewijzigd. Activeer deze optie door de radioknop in de rechterkolom te selecteren ⑥.
Voorbeeld Nadat je een partij kalveren hebt gekocht, registreer je je gekochte dieren op de VitalControl door al hun dierenpaspoorten te scannen. De diernummers voor deze dieren op de VitalControl zijn dan – afhankelijk van de apparaatinstellingen – de laatste 3-5 cijfers van het dierenpaspoort. Je plaatst vervolgens halsbanden met Urban-transponders op de nieuw gekochte dieren en voert ze bij de automatische voederbak. Tijdens het eerste bezoek aan het station worden de dieren geregistreerd met hun transponder en nieuw aangemaakt bij de voederbak. Echter, de diernummers voor deze nieuwe dieren bij de voederbak zijn afgeleid van het transpondernummer of komen overeen met het diernummer dat voor deze transponder in de voederbak is opgeslagen. Dit betekent dat er nu een ander diernummer is toegewezen aan hetzelfde dier op het VitalControl apparaat en bij de voederbak, wat resulteert in een gegevensconflict. Met behulp van de radioknoppen voor de Diernummer➁, kun je nu in het instellingenmenu specificeren welk van de twee parallelle diernummers prioriteit heeft en welke tijdens synchronisatie wordt verwijderd.
Screenshot 3: Instellingenmenu VitalControl, Pagina 2
Let op Om interne redenen kunnen wijzigingen momenteel alleen worden aangebracht in het Diernummer➁. In latere firmwareversies kunt u ook wijzigingen aanbrengen in het Oormerknummer➀ en de Geboorte datum➂.
Door op de knop⑧ te drukken, keert u terug naar pagina 1 van het VitalControl instellingenmenu.