Dit is de multi-page printable view van deze sectie. Klik hier om te printen.

Terug naar normale view van deze pagina.

Instellingen

Apparaat- en procesinstellingen voor uw VitalControl-apparaat
VitalControl Instellingen TaalDatum & TijdEenhedenTemperatuurData overnemenApparaatDieren registrerenLink transponderTransponder afnemenBedrijfTerug

1 - Taalinstellingen

Stel de taal van de gebruikersinterface op uw VitalControl-apparaat in en sla deze permanent op.

Uw taal instellen

Om de taal van uw VitalControl-apparaat in te stellen, gaat u als volgt te werk:

  1. Selecteer het menu-item Instellingen Instellingen op het hoofdscherm van uw VitalControl-apparaat en druk op OK.

  2. Er opent een submenu waarin de huidige taal bovenaan staat. Gebruik de pijltoetsen ◁ ▷ om de gewenste taal te selecteren. De taal van de gebruikersbegeleiding verandert onmiddellijk wanneer u een andere taal selecteert.

    VitalControl: Menupad Taalinstellingen

  3. Druk tweemaal op de F1-toets linksboven  Opslaan en terugkeren om terug te keren naar het hoofdmenu.

De taal op uw VitalControl-apparaat is nu ingesteld en permanent opgeslagen.

Beschikbare talen

De firmware van VitalControl bevat vertalingen voor de volgende talen:

  • Engels (EN)
  • Duits (DE)
  • Frans (FR)
  • Spaans (ES)
  • Russisch (RU)
  • Bulgaars (BG)
  • Bosnisch (BS)
  • Chinees (Taiwan) (ZH-TW)
  • Ests (ET)
  • Fins (FI)
  • Grieks (EL)
  • Nederlands (NL)
  • Noors (NO)
  • Tsjechisch (CS)
  • Turks (TR)
  • Oekraïens (UK)

VitalControl: Hoofdmenu met Engels geselecteerd

VitalControl: Hoofdmenu met Duits geselecteerd

VitalControl: Hoofdmenu met Frans geselecteerd

VitalControl: Hoofdmenu met Spaans geselecteerd

VitalControl: Hoofdmenu met Russisch geselecteerd

VitalControl: Hoofdmenu met Bulgaars geselecteerd

VitalControl: Hoofdmenu met Bosnisch geselecteerd

VitalControl: Hoofdmenu met Ests geselecteerd

VitalControl: Hoofdmenu met Grieks geselecteerd

VitalControl: Hoofdmenu met Nederlands geselecteerd

VitalControl: Hoofdmenu met Noors geselecteerd

VitalControl: Hoofdmenu met Tsjechisch geselecteerd

VitalControl: Hoofdmenu met Turks geselecteerd

VitalControl: Hoofdmenu met Oekraïens geselecteerd

Please paste the Markdown content you would like translated into Dutch.

2 - Datum & Tijd

Hier stelt u de datum en tijd in.

De datum instellen

Volg deze stappen om de datum op uw apparaat in te stellen:

  1. Selecteer op het hoofdscherm van uw VitalControl-apparaat de menuoptie Instellingen Instellingen en druk op de OK knop.

  2. Er opent een submenu waarin verschillende instellingen worden weergegeven. Gebruik de pijltoetsen △ ▽ om Datum & Tijd te selecteren. Bevestig met OK.

  3. Er opent een ander submenu waarin u met de pijltoetsen △ ▽ kunt schakelen tussen de twee instelvelden voor Datum en Tijd. Selecteer het instelveld Datum.

  4. Druk op de OK toets of gebruik de F3 Bewerken toets om over te schakelen naar de instelmodus. Nu kunt u de dag instellen met de pijltoetsen △ ▽. De knop F3 🡆 brengt u naar de maandinstelling. U kunt ook bevestigen met OK. Gebruik hier ook de pijltoetsen △ ▽. Klik weer op F3 🡆 om naar de jaarinstelling te gaan. Gebruik nu de pijltoetsen △ ▽ voor het aanpassen van het jaar. Bevestig met Ok zodra de datum correct is ingesteld.

    VitalControl: menu-instellingen datum

De tijd instellen

Volg deze stappen om de tijd op uw apparaat in te stellen:

  1. Selecteer op het hoofdscherm van uw VitalControl-apparaat de menuoptie Instellingen Instellingen en druk op de OK knop.

  2. Er opent een submenu waarin verschillende instellingen worden weergegeven. Gebruik de pijltoetsen △ ▽ om Datum & Tijd te selecteren. Bevestig met OK.

  3. Er opent een ander submenu waarin u met de pijltoetsen △ ▽ kunt schakelen tussen de twee instelvelden voor Datum en Tijd. Selecteer het instelveld Datum.

  4. Druk op de OK toets of gebruik de F3 Edit toets om over te schakelen naar de instellingsmodus. Nu kunt u de dag instellen met de pijltoetsen △ ▽. De knop F3 🡆 brengt u naar de minuteninstelling. U kunt ook bevestigen met OK. Gebruik nu de pijltoetsen △ ▽ voor het aanpassen van de minuten. Zodra de tijd correct is ingesteld, bevestig met Ok.

    VitalControl: menu instellingen tijd

Sla de instellingen op en keer terug naar het hoofdmenu Settings Instellingen door op de F1 toets te drukken  Opslaan en terugkeren .

3 - Eenheden

Hier selecteert u eenheden voor temperatuur en massa.

Temperatuureenheid instellen

Om de temperatuureenheid op uw apparaat in te stellen, gaat u als volgt te werk.

  1. Selecteer in het hoofdscherm van uw VitalControl-apparaat het menu-item Instellingen Instellingen en druk op de OK-toets.

  2. Er opent een submenu waarin verschillende instellingen worden weergegeven. Selecteer de sectie Eenheden. Bevestig met OK.

  3. Er opent een ander submenu waarin u met de pijltoetsen △ ▽ kunt schakelen tussen de twee instelvelden voor Temperatuureenheid en Massaeenheid. Selecteer het instelveld Temperatuureenheid.

  4. Gebruik de pijltoetsen ◁ ▷ om de gewenste temperatuureenheid te selecteren.

    VitalControl: menu-instellingen temperatuureenheid

Massaeenheid instellen

Om de massaeenheid op uw apparaat in te stellen, gaat u als volgt te werk.

  1. Selecteer in het hoofdscherm van uw VitalControl-apparaat het menu-item Instellingen Instellingen en druk op de OK-toets.

  2. Er opent een submenu waarin verschillende instellingen worden weergegeven. Selecteer de sectie Eenheden. Bevestig met OK.

  3. Er opent een ander submenu waarin u met de pijltoetsen △ ▽ kunt schakelen tussen de twee instelvelden voor Temperatuureenheid en Massaeenheid. Selecteer het instelveld Massaeenheid.

  4. Gebruik de pijltoetsen ◁ ▷ om de gewenste massaeenheid te selecteren.

    VitalControl: menu-instellingen massaeenheid

Sla de instellingen op en gebruik de F1-toets  Opslaan en terugkeren om terug te keren naar het hoofdmenu Instellingen Instellingen.

4 - Temperatuur

Stel de temperatuurinstellingen in voor de toepassing van uw VitalControl-apparaat

Stel de drempelwaarden en temperatuurbereiken in

Om de drempelwaarden en temperatuurbereiken op uw apparaat in te stellen, volg deze stappen:

  1. Selecteer vanaf het hoofdscherm van uw VitalControl-apparaat Instellingen Instellingen en druk op de OK knop.

  2. Er opent een submenu waarin verschillende instellingen worden weergegeven. Gebruik de pijltoetsen △ ▽ om Temperatuur te selecteren. Bevestig met OK.

  3. Er opent een ander submenu waarin u met de pijltoetsen △ ▽ kunt schakelen tussen de twee instellingsvelden voor Drempelwaardes, Onder temp en Verlichting Meetpunt. Selecteer het instellingsveld Drempelwaardes.

  4. Gebruik de pijltoetsen ◁ ▷ om de gewenste drempelwaarde te selecteren.

  5. Gebruik het pennen-symbool met de Bewerken F3toets om de drempelwaarde van het gele en rode gebied in te stellen. Gebruik de pijlen △ ▽ om de gewenste “groter dan” of “gelijk aan” temperatuur in te stellen. Gebruik de toetsen F2/F3 🡄 🡆 of de ◁ ▷ pijltoetsen om te selecteren tussen de gele en rode bereiken.

  6. Nadat u de gewenste “groter dan” of “gelijk aan” temperatuur hebt ingesteld, gebruikt u de terugpijl met de F1 toets om terug te springen naar de waarde Drempelwaardes.

    VitalControl: menu-instellingen drempelwaarden & temperatuurbereiken

Ondertemperatuur instellen

Om de drempelwaarde voor de ondertemperatuur in te stellen, ga je als volgt te werk:

  1. Selecteer vanaf het hoofdscherm van je VitalControl-apparaat Settings Instellingen en druk op de OK knop.

  2. Er opent een submenu waarin verschillende instellingen worden weergegeven. Gebruik de pijltoetsen △ ▽ om Temperatuur te selecteren. Bevestig met OK.

  3. Er opent een ander submenu waarin je met de pijltoetsen △ ▽ kunt schakelen tussen de twee instelvelden voor Drempelwaardes, Onder temp en Verlichting Meetpunt. Selecteer het instelveld Onder temp.

  4. Gebruik de pijltoetsen ◁ ▷ om de gewenste drempelwaarde voor de ondertemperatuur te selecteren.

    VitalControl: menu-instellingen ondertemperatuur

Anus spotlight

Om de anus spotlight te deactiveren of activeren tijdens de Temperatuur actie, ga je als volgt te werk:

  1. Selecteer vanaf het hoofdscherm van je VitalControl-apparaat Settings Instellingen en druk op de OK knop.

  2. Er opent een submenu waarin verschillende instellingen worden weergegeven. Gebruik de pijltoetsen △ ▽ om Temperatuur te selecteren. Bevestig met OK.

  3. Er opent een ander submenu waarin je met de pijltoetsen △ ▽ kunt schakelen tussen de twee instelvelden voor Drempelwaardes, Onder temp en Verlichting Meetpunt. Selecteer het instelveld Verlichting Meetpunt.

  4. Gebruik de pijltoetsen ◁ ▷ om de anus spotlight te deactiveren of activeren.

    VitalControl: menu-instellingen anus spotlight

Sla de instellingen op en keer terug naar het bovenste menu Settings Instellingen door op de F1 toets te drukken  Save and return .

5 - Gegevens overnemen

Gegevensopslag voor relevante instellingen voor het verzamelen van dierengegevens

Overzicht

De volgende afbeelding toont de beschikbare instellingen met betrekking tot het vastleggen van dierengegevens:

Verwerving van dierengegevens GewichtsbepalingDierevaluatieControleperiode verse koeienTerug

Instellingen Gewichtsregistratie

De volgende afbeelding toont de beschikbare instellingen met betrekking tot de gewichtsregistratie van dieren:

Submenu-items instellingen voor gewichtsregistratie Dagelijkse toenamesGeboortegewichtGem. dagl. gewichtstoenameMaximale precisie

Beoordeling van Dagelijkse toenames: Drempelwaarden

Om de drempelwaarden voor de beoordeling van de dagelijkse gewichtstoename aan te passen, ga je als volgt te werk:

  1. Selecteer in het hoofdscherm van je VitalControl-apparaat het menu-item Instellingen Instellingen en druk op de OK knop.

  2. Er opent een submenu waarin verschillende instellingen worden weergegeven. Gebruik de pijltoetsen △ ▽ om Data overnemen te selecteren. Bevestig met OK.

  3. Er opent een ander submenu waarin je met de pijltoetsen △ ▽ kunt schakelen tussen de instellingsvelden voor Gewichts bepaling, Dierevaluatie en Controle periode verse koeien. Selecteer Gewichts bepaling en bevestig met OK.

  4. Het voorkeursveld Data overnemen wordt automatisch geselecteerd. Gebruik de pijltoetsen ◁ ▷ om de gewenste diersoort te selecteren. Bevestig met OK. Als alternatief kun je het potloodicoon met de Bewerken F3 toets gebruiken om direct naar het bewerken van de rode en gele gebieden te springen.

  5. Gebruik de pijltoetsen △ ▽ om de gewenste “groter dan” of “gelijk aan” g/dag toename in het rode en gele gebied te selecteren. Gebruik de toetsen F2/F3 🡄 🡆 of de pijltoetsen ◁ ▷ om tussen de rode en gele gebieden te kiezen.

  6. Nadat je de gewenste “groter dan” of “gelijk aan” g/dag toename hebt ingesteld, gebruik je de F1 toets Exit of bevestig met OK om terug te springen naar Data overnemen.

    VitalControl: menu-instellingen dagelijkse gewichtstoename

Geboortegewicht

Het apparaat gebruikt het hier in de instellingen opgeslagen geboortegewicht als standaardwaarde bij het aanmaken van nieuwe dieren. Om het individuele geboortegewicht van een pasgeboren dier sneller te kunnen selecteren, moet je mogelijk deze standaardwaarde voor jouw boerderij aanpassen. Om de waarde voor het Geboortegewicht aan te passen, ga je als volgt te werk:

  1. Op het hoofdscherm van uw VitalControl-apparaat, selecteer het menu-item Instellingen Instellingen en druk op de OK knop.

  2. Er opent een submenu waarin verschillende instellingen worden weergegeven. Gebruik de pijltoetsen △ ▽ om Data overnemen te selecteren. Bevestig met OK.

  3. Er opent een ander submenu waarin u met de pijltoetsen △ ▽ kunt schakelen tussen de instellingsvelden voor Gewichts bepaling, Dierevaluatie en Controle periode verse koeien. Selecteer Gewichts bepaling en bevestig met OK.

  4. Gebruik de pijltoetsen △ ▽ om het instellingsveld Geboortegewicht te selecteren en gebruik de pijltoetsen ◁ ▷ om het gewenste geboortegewicht in te stellen. Het apparaat gebruikt nu het hier gedefinieerde geboortegewicht als standaard bij het aanmaken van nieuwe dieren. Het individuele geboortegewicht van een pasgeboren dier kan dan sneller worden geselecteerd.

    VitalControl: menu-instellingen geboortegewicht

Gem. dagl. gewichtstoename

Om de Gem. dagl. gewichtstoename in te stellen die gebruikt wordt bij de berekening van het geschatte gewicht van een dier, ga je als volgt te werk.

  1. Selecteer in het hoofdscherm van je VitalControl-apparaat het menu-item Instellingen Instellingen en druk op de OK knop.

  2. Er opent een submenu waarin verschillende instellingen worden weergegeven. Gebruik de pijltoetsen △ ▽ om Data overnemen te selecteren. Bevestig met OK.

  3. Er opent een ander submenu waarin je met de pijltoetsen △ ▽ kunt schakelen tussen de instellingsvelden voor Gewichts bepaling, Dierevaluatie en Controle periode verse koeien. Selecteer Gewichts bepaling en bevestig met OK.

  4. Gebruik de pijltoetsen △ ▽ om het instellingsveld Gem. dagl. gewichtstoename te selecteren. Gebruik de pijltoetsen ◁ ▷ om de gewenste gemiddelde dagelijkse toename in g/dag in te stellen. Het apparaat gebruikt nu de hier gedefinieerde gemiddelde dagelijkse toename als standaard voor de verwachte dagelijkse toename van de dieren.

    VitalControl: menu-instellingen gemiddelde dagelijkse gewichtstoename

Maximale precisie

De onderstaande tabel toont de precisie van gewichtsregistratie afhankelijk van het gewichtsbereik en de ingestelde Maximale precisie:

Instelling Maximale precisie:10 g100 g1 kg
Precisie in het bereik van 0 tot 9,9 kg:10 g100 g1 kg
Precisie in het bereik van 10 tot 49,9 kg:100 g100 g1 kg
Precisie in het bereik van 50 tot 99,9 kg:500 g500 g1 kg
Precisie voor waarden ≥ 100 kg:1 kg1 kg1 kg

Om de maximale nauwkeurigheid in te stellen bij het registreren van diergewichten met je apparaat, ga je als volgt te werk:

  1. Op het hoofdscherm van uw VitalControl-apparaat, selecteer het menu-item Instellingen Instellingen en druk op de OK knop.

  2. Er opent een submenu waarin verschillende instellingen worden weergegeven. Gebruik de pijltoetsen △ ▽ om Data overnemen te selecteren. Bevestig met OK.

  3. Er opent een ander submenu waarin u met de pijltoetsen △ ▽ kunt schakelen tussen de instellingsvelden voor Gewichts bepaling, Dierevaluatie en Controle periode verse koeien. Selecteer Gewichts bepaling en bevestig met OK.

  4. Gebruik de pijltoetsen △ ▽ om het instellingsveld Maximale precisie te selecteren. Gebruik de pijltoetsen ◁ ▷ om de gewenste maximale precisie in te stellen. De precisie van gewichtsregistratie op het apparaat volgt nu de ingestelde instelling.

    VitalControl: menu pad instellingen maximale precisie gewichtsregistratie


Sla de instellingen op en keer terug naar het bovenste menu `Data overnemen` door op de `F1` toets te drukken  Opslaan en terugkeren .

Dierevaluatie

Om de Dierevaluatie op uw apparaat in te stellen, gaat u als volgt te werk.

  1. Op het hoofdscherm van uw VitalControl-apparaat, selecteer het menu-item Instellingen Instellingen en druk op de OK knop.

  2. Er opent een submenu waarin verschillende instellingen worden weergegeven. Gebruik de pijltoetsen △ ▽ om Data overnemen te selecteren. Bevestig met OK.

  3. Er opent een ander submenu waarin u met de pijltoetsen △ ▽ kunt schakelen tussen de instellingsvelden voor Gewichts bepaling, Dierevaluatie en Controle periode verse koeien. Selecteer Dierevaluatie en bevestig met OK.

  4. Gebruik de ◁ ▷ pijltoetsen om de gewenste beoordeling van dieren in te stellen.

    VitalControl: menu-instellingen gemiddelde beoordeling van dieren

Controleperiode verse koeien

Om de lengte van de controleperiode voor uw verse koeien in te stellen, gaat u als volgt te werk:

  1. Selecteer in het hoofdscherm van uw VitalControl-apparaat het menu-item Instellingen Instellingen en druk op de OK knop.

  2. Er opent een submenu waarin verschillende instellingen worden weergegeven. Gebruik de pijltoetsen △ ▽ om Data overnemen te selecteren. Bevestig met OK.

  3. Er opent nog een submenu waarin u met de pijltoetsen △ ▽ kunt schakelen tussen de instelvelden voor Gewichtsbepaling, Dierevaluatie en Controleperiode verse koeien. Selecteer Controleperiode verse koeien en bevestig met OK.

  4. Gebruik de ◁ ▷ pijltoetsen om de gewenste duur van de controleperiode in dagen na de bevalling in te stellen.

    VitalControl: menu-instellingen controleperiode verse koeien


Sla de instellingen op en keer terug naar het hoofdmenu Instellingen Instellingen door op de F1 toets te drukken  Opslaan en terugkeren .

6 - Apparaatinstellingen

Hier kunt u verschillende apparaatinstellingen aanpassen.

Zet uit na

Om de periode van inactiviteit in te stellen totdat het apparaat wordt uitgeschakeld, ga als volgt te werk.

  1. Selecteer in het hoofdscherm van uw VitalControl-apparaat het menu-item Instellingen Instellingen en druk op de OK knop.

  2. Er opent een submenu waarin verschillende instellingen worden weergegeven. Gebruik de pijltoetsen △ ▽ om Apparaat te selecteren. Bevestig met OK.

  3. Er opent een ander submenu waarin u met de pijltoetsen △ ▽ kunt schakelen tussen de instellingsvelden voor Zet uit na, scherm opstarten, Demonstratiemodus, Helderheid, Vibraties toetsen en Resource monitor. Selecteer Zet uit na.

  4. Gebruik de pijltoetsen ◁ ▷ om de gewenste duur in minuten in te stellen.

    VitalControl: menu-instellingen Apparaat uitschakelen na

Scherm opstarten

Om het opstartscherm in te stellen, ga als volgt te werk.

  1. Selecteer in het hoofdscherm van uw VitalControl-apparaat het menu-item Instellingen Instellingen en druk op de OK knop.

  2. Er opent een submenu waarin verschillende instellingen worden weergegeven. Gebruik de pijltoetsen △ ▽ om Apparaat te selecteren. Bevestig met OK.

  3. Er opent een ander submenu waarin u met de pijltoetsen △ ▽ kunt schakelen tussen de instellingsvelden voor Zet uit na, scherm opstarten, Demonstratiemodus, Helderheid, Vibraties toetsen en Resource monitor. Selecteer scherm opstarten.

  4. Gebruik de pijltoetsen ◁ ▷ om het gewenste opstartscherm in te stellen.

    VitalControl: menu-instellingen Opstartscherm

Demonstratiemodus

Als de demonstratiemodus is geselecteerd, simuleert het apparaat de temperatuurmetingen en toont een willekeurig gegenereerde temperatuur als gemeten waarde. Deze modus wordt gebruikt voor apparaatdemonstratie als er geen dieren beschikbaar zijn voor een meting. Om de demonstratiemodus van het apparaat te deactiveren of te activeren, ga als volgt te werk:

  1. Op het hoofdscherm van uw VitalControl-apparaat, selecteer het menu-item Instellingen Instellingen en druk op de OK knop.

  2. Er opent een submenu waarin verschillende instellingen worden weergegeven. Gebruik de pijltoetsen △ ▽ om Apparaat te selecteren. Bevestig met OK.

  3. Er opent een ander submenu waarin u de pijltoetsen △ ▽ kunt gebruiken om te schakelen tussen de instellingsvelden voor Zet uit na, scherm opstarten, Demonstratiemodus, Helderheid, Vibraties toetsen en Resource monitor. Selecteer Demonstratiemodus.

  4. Gebruik de pijltoetsen ◁ ▷ om de presentatiemodus te activeren of deactiveren.

    VitalControl: menu-instellingen Demonstratiemodus

Helderheid

Om de helderheid van het scherm in te stellen, ga als volgt te werk.

  1. Op het hoofdscherm van uw VitalControl-apparaat, selecteer het menu-item Instellingen Instellingen en druk op de OK knop.

  2. Er opent een submenu waarin verschillende instellingen worden weergegeven. Gebruik de pijltoetsen △ ▽ om Apparaat te selecteren. Bevestig met OK.

  3. Er opent een ander submenu waarin u de pijltoetsen △ ▽ kunt gebruiken om te schakelen tussen de instellingsvelden voor Zet uit na, scherm opstarten, Demonstratiemodus, Helderheid, Vibraties toetsen en Resource monitor. Selecteer Helderheid.

  4. Gebruik de pijltoetsen ◁ ▷ om de helderheid van het scherm in te stellen.

    VitalControl: menu-instellingen Schermhelderheid

Vibraties toetsen

Om de trilling bij het indrukken van een toets op het apparaat te deactiveren of activeren, ga als volgt te werk:

  1. Op het hoofdscherm van uw VitalControl-apparaat, selecteer het menu-item Instellingen Instellingen en druk op de OK knop.

  2. Er opent een submenu waarin verschillende instellingen worden weergegeven. Gebruik de pijltoetsen △ ▽ om Apparaat te selecteren. Bevestig met OK.

  3. Er opent een ander submenu waarin u de pijltoetsen △ ▽ kunt gebruiken om te schakelen tussen de instellingsvelden voor Zet uit na, scherm opstarten, Demonstratiemodus, Helderheid, Vibraties toetsen en Resource monitor. Selecteer Vibraties toetsen.

  4. Gebruik de pijltoetsen ◁ ▷ om de trilling bij toetsaanslag te activeren of deactiveren.

    VitalControl: menu-instellingen Schermhelderheid

Resource monitor

Om de trillingsbronmonitor van het apparaat te deactiveren of te activeren, ga je als volgt te werk:

  1. Op het hoofdscherm van je VitalControl-apparaat, selecteer het menu-item Instellingen Instellingen en druk op de OK knop.

  2. Er opent een submenu waarin verschillende instellingen worden weergegeven. Gebruik de pijltoetsen △ ▽ om Apparaat te selecteren. Bevestig met OK.

  3. Er opent een ander submenu waarin je met de pijltoetsen △ ▽ kunt schakelen tussen de instellingsvelden voor Zet uit na, scherm opstarten, Demonstratiemodus, Helderheid, Vibraties toetsen en Resource monitor. Selecteer Resource monitor.

  4. Gebruik de pijltoetsen ◁ ▷ om de bronmonitor te activeren of deactiveren.

    VitalControl: Menu-instellingen Bronmonitor

Sla de instellingen op en keer terug naar het hoofdmenu Instellingen Instellingen door op de F1 toets te drukken  Opslaan en terugkeren .

7 - Dieren registreren

Hier kunt u verschillende fabrieksinstellingen aanpassen met betrekking tot de registratie van nieuwe dieren naar de eisen van uw boerderij.

Standaard waardes

Opgenomen gewicht

Hier definieert u welk gewicht wordt geregistreerd en opgeslagen bij het aanmaken van nieuwe dieren op uw boerderij. Volg de volgende stappen om het opgenomen gewicht op uw apparaat in te stellen.

  1. Selecteer in het hoofdscherm van uw VitalControl-apparaat het menu-item Instellingen Instellingen en druk op de OK-toets.

  2. Er opent een submenu waarin verschillende instellingen worden weergegeven. Gebruik de pijltoetsen △ ▽ om Dieren registreren te selecteren. Bevestig met OK.

  3. Er opent een ander submenu waarin u met de pijltoetsen △ ▽ kunt schakelen tussen de instellingsvelden voor Standaard waardes, Dieren automatisch registreren en Toevoegen Oormerk. Selecteer Standaard waardes en bevestig met OK.

  4. Het gebied Opgenomen gewicht wordt automatisch geselecteerd. Gebruik de pijltoetsen ◁ ▷ om het te registreren gewicht te selecteren.

    VitalControl: menu-instellingen ingesteld opgenomen gewicht(en)

Leeftijd nieuw kalf/lam

Om de leeftijd bij aanmaak op uw apparaat in te stellen, gaat u als volgt te werk:

  1. Selecteer in het hoofdscherm van uw VitalControl-apparaat het menu-item Settings Instellingen en druk op de OK-toets.

  2. Er opent een submenu waarin verschillende instellingen worden weergegeven. Gebruik de pijltoetsen △ ▽ om Dieren registreren te selecteren. Bevestig met OK.

  3. Er opent een ander submenu waarin u met de pijltoetsen △ ▽ kunt schakelen tussen de instellingsvelden voor Standaard waardes, Dieren automatisch registreren en Toevoegen Oormerk. Selecteer Standaard waardes en bevestig met OK.

  4. Gebruik de pijltoetsen △ ▽ om de Leeftijd nieuw kalf/lam te selecteren.

  5. Gebruik de pijltoetsen ◁ ▷ om de leeftijd bij aanmaak in te stellen.

    VitalControl: menu-instellingen Leeftijd bij registratie instellen

Geslacht

Hier bepaalt u welk geslacht wordt voorgesteld (handmatige aanmaak) of automatisch wordt overgenomen (aanmaak op de achtergrond). Om het geslacht te definiëren bij het registreren van een dier op uw apparaat, gaat u als volgt te werk.

  1. Selecteer in het hoofdscherm van uw VitalControl-apparaat het menu-item Settings Instellingen en druk op de OK-toets.

  2. Er opent een submenu waarin verschillende instellingen worden weergegeven. Gebruik de pijltoetsen △ ▽ om Dieren registreren te selecteren. Bevestig met OK.

  3. Er opent een ander submenu waarin u met de pijltoetsen △ ▽ kunt schakelen tussen de instellingsvelden voor Standaard waardes, Dieren automatisch registreren en Toevoegen Oormerk. Selecteer Standaard waardes en bevestig met OK.

  4. Gebruik de pijltoetsen △ ▽ om het Geslacht te selecteren.

  5. Gebruik de pijltoetsen ◁ ▷ om het geslacht in te stellen bij aanmaak.

    VitalControl: menu-instellingen Geslacht instellen

Type van nutdier

Hier bepaalt u welk type dier wordt geregistreerd bij het aanmaken van nieuwe dieren op uw boerderij. Om het type dier te definiëren bij het aanmaken op uw apparaat, gaat u als volgt te werk:

  1. Selecteer in het hoofdscherm van uw VitalControl-apparaat het menu-item Settings Instellingen en druk op de OK-toets.

  2. Er opent een submenu waarin verschillende instellingen worden weergegeven. Gebruik de pijltoetsen △ ▽ om Dieren registreren te selecteren. Bevestig met OK.

  3. Er opent een ander submenu waarin je met de pijltoetsen △ ▽ kunt schakelen tussen de instellingsvelden voor Standaard waardes, Dieren automatisch registreren en Toevoegen Oormerk. Selecteer Standaard waardes en bevestig met OK.

  4. Gebruik de pijltoetsen △ ▽ om het Type van nutdier te selecteren.

  5. Gebruik de pijltoetsen ◁ ▷ om het type dier in te stellen bij het aanmaken.

    VitalControl: menu instellingen type dier

Ras instellen

Hier definieer je welk ras van het vee wordt geregistreerd bij het aanmaken van nieuwe dieren op je boerderij. Om het ras te definiëren bij het aanmaken op je apparaat, ga je als volgt te werk:

  1. Op het hoofdscherm van je VitalControl-apparaat, selecteer het menu-item Instellingen Instellingen en druk op de OK-toets.

  2. Er opent een submenu waarin verschillende instellingen worden weergegeven. Gebruik de pijltoetsen △ ▽ om Dieren registreren te selecteren. Bevestig met OK.

  3. Er opent een ander submenu waarin je met de pijltoetsen △ ▽ kunt schakelen tussen de instellingsvelden voor Standaard waardes, Dieren automatisch registreren en Toevoegen Oormerk. Selecteer Standaard waardes en bevestig met OK.

  4. Gebruik de pijltoetsen △ ▽ om Ras te selecteren.

  5. Gebruik de pijltoetsen ◁ ▷ om het ras in te stellen bij het aanmaken.

    VitalControl: menu instellingen type dier

Verblijfplaats

Hier definieer je welke verblijfplaats wordt toegewezen aan de dieren bij het aanmaken van nieuwe boerderijdieren. Om de verblijfplaats van het boerderijdier te definiëren bij het aanmaken op je apparaat, ga je als volgt te werk:

  1. Op het hoofdscherm van je VitalControl-apparaat, selecteer het menu-item Instellingen Instellingen en druk op de OK-toets.

  2. Er opent een submenu waarin verschillende instellingen worden weergegeven. Gebruik de pijltoetsen △ ▽ om Dieren registreren te selecteren. Bevestig met OK.

  3. Er opent een ander submenu waarin je met de pijltjestoetsen △ ▽ kunt schakelen tussen de instellingsvelden voor Standaard waardes, Dieren automatisch registreren en Toevoegen Oormerk. Selecteer Standaard waardes en bevestig met OK.

  4. Gebruik de pijltjestoetsen △ ▽ om verblijfplaats te selecteren.

  5. Gebruik de pijltjestoetsen ◁ ▷ om de verblijfplaats in te stellen bij het aanmaken.

    VitalControl: menu-instellingen verblijfplaats

Sla de instellingen op en keer terug naar het hoofdmenu Instellingen door op de F1-toets te drukken  Opslaan en terugkeren .

Dieren automatisch registreren

Hier definieer je het gedrag van het apparaat wanneer een nieuwe transponder, die nog niet bekend is bij het VitalControl-apparaat, wordt gescand. Voor dit geval kunnen drie verschillende gedragingen worden gedefinieerd.

Om het gedrag te definiëren wanneer het gebruikersdier automatisch op uw apparaat wordt aangemaakt, ga als volgt te werk:

  1. Op het hoofdscherm van uw VitalControl-apparaat, selecteer het menu-item Instellingen Instellingen en druk op de OK-toets.

  2. Er opent een submenu waarin verschillende instellingen worden weergegeven. Gebruik de pijltjestoetsen △ ▽ om Dieren registreren te selecteren. Bevestig met OK.

  3. Er opent een ander submenu waarin je met de pijltjestoetsen △ ▽ kunt schakelen tussen de instellingsvelden voor Standaard waardes, Dieren automatisch registreren en Toevoegen Oormerk. Selecteer Dieren automatisch registreren en bevestig met OK.

  4. Het voorkeursveld Dieren automatisch registreren wordt automatisch geselecteerd. Gebruik de pijltjestoetsen ◁ ▷ om het gedrag van het apparaat te bepalen bij het aanmaken van nieuwe dieren.

VitalControl: menu-instellingen automatische registratie

Toevoegen Diernummer

Hier definieer je welk diernummer wordt voorgesteld (Afleiding van het transpondernummer) of gebruikt (opeenvolgend) bij het aanmaken van een nieuw dier op je boerderij.

Om de toewijzing van het diernummer te definiëren bij het aanmaken van het boerderijdier op je apparaat, ga je als volgt te werk:

  1. Selecteer in het hoofdscherm van je VitalControl-apparaat het menu-item Instellingen Instellingen en druk op de OK-toets.

  2. Er opent een submenu waarin verschillende instellingen worden weergegeven. Gebruik de pijltoetsen △ ▽ om Dieren registreren te selecteren. Bevestig met OK.

  3. Er opent een ander submenu waarin je met de pijltoetsen △ ▽ kunt schakelen tussen de instellingsvelden voor Standaard waardes, Dieren automatisch registreren en Toevoegen Oormerk. Selecteer Dieren automatisch registreren en bevestig met OK.

  4. Gebruik de pijltoetsen △ ▽ om Toevoegen Diernummer te selecteren.

  5. Gebruik de pijltoetsen ◁ ▷ om de toewijzing van het diernummer van het werkende dier in te stellen bij het aanmaken.

  6. Als je de instelling opeenvolgend selecteert, heb je de mogelijkheid om het Volgend diernummer te specificeren. Gebruik de pijltoetsen △ ▽ om het gebied Volgend diernummer te selecteren en bevestig met OK. Navigeer binnen het gebied met de pijltoetsen ◁ ▷. Nu kun je een nummer selecteren met de pijltoetsen △ ▽. Het apparaat zal nu automatisch dit nummer gebruiken om vanaf daar de doorlopende telling te starten. Verder kun je instellen of de nummers doorlopend oplopend of doorlopend aflopend geteld moeten worden. Gebruik hiervoor de pijltoetsen ◁ ▷ om naar het 9/1-symbool te gaan. Gebruik de pijltoetsen △ ▽ om te wisselen tussen doorlopend oplopend of doorlopend aflopend tellen. Sla de instellingen op met de F1 of OK-toets  Opslaan en terugkeren .

VitalControl: menu-instellingen toewijzing dier-ID

VitalControl: menu-instellingen toewijzing dier-ID

Cijfer van nieuw ID

Hier definieert u welke lengte een stalnummer afgeleid van het transpondernummer heeft voor een nieuw dier op uw boerderij. De mogelijke waardebereik is van 2 tot 6 cijfers. Om de lengte van het nieuwe ID van het boerderijdier op uw apparaat in te stellen, gaat u als volgt te werk:

  1. Selecteer in het hoofdscherm van uw VitalControl-apparaat het menu-item Instellingen Instellingen en druk op de OK-toets.

  2. Er opent een submenu waarin verschillende instellingen worden weergegeven. Gebruik de pijltoetsen △ ▽ om Dieren registreren te selecteren. Bevestig met OK.

  3. Er opent een ander submenu waarin u met de pijltoetsen △ ▽ kunt schakelen tussen de instellingsvelden voor Standaard waardes, Dieren automatisch registreren en Toevoegen Oormerk. Selecteer Dieren automatisch registreren en bevestig met OK.

  4. Gebruik de pijltoetsen △ ▽ om Cijfer van nieuw ID te selecteren.

  5. Gebruik de pijltoetsen ◁ ▷ om het cijfer van het nieuwe ID van het werkende dier in te stellen bij het aanmaken.

    VitalControl: menu-instellingen Cijfer van het nieuwe ID

Offset rechts

Hier definieert u of er ook rekening wordt gehouden met een offset bij het afleiden van een stalnummer uit het transpondernummer. Zonder offset worden de laatste 2-6 cijfers van het transpondernummer gebruikt als stalnummer, met een offset van 1 wordt het meest rechtse cijfer weggelaten, met een offset van 2 de twee meest rechtse cijfers, enzovoort.

Om de offset rechts van het dier op uw apparaat in te stellen, gaat u als volgt te werk:

  1. Selecteer in het hoofdscherm van uw VitalControl-apparaat het menu-item Instellingen Instellingen en druk op de OK-toets.

  2. Er opent een submenu waarin verschillende instellingen worden weergegeven. Gebruik de pijltoetsen △ ▽ om Dieren registreren te selecteren. Bevestig met OK.

  3. Er opent een ander submenu waarin u met de pijltoetsen △ ▽ kunt schakelen tussen de instelvelden voor Standaard waardes, Dieren automatisch registreren en Toevoegen Oormerk. Selecteer Dieren automatisch registreren en bevestig met OK.

  4. Gebruik de pijltoetsen △ ▽ om Offset rechts te selecteren.

  5. Gebruik de pijltoetsen ◁ ▷ om het rechter offsetgebied van het werkende dier in te stellen bij het aanmaken.

    VitalControl: menu-instellingen rechter offset

Sla de instellingen op en keer terug naar het hoofdmenu Instellingen Instellingen door op de F1-toets te drukken  Opslaan en terugkeren .

Toevoegen Oormerk

Hier definieert u of er één of twee nummerreeksen worden gebruikt bij het toewijzen van het oormerknummer in het kader van de handmatige herregistratie van dieren. Om de toewijzing van het oormerknummer van het boerderijdier op uw apparaat te definiëren, gaat u als volgt te werk:

  1. Selecteer in het hoofdscherm van uw VitalControl-apparaat het menu-item Instellingen Instellingen en druk op de OK-toets.

  2. Er opent een submenu waarin verschillende instellingen worden weergegeven. Gebruik de pijltoetsen △ ▽ om Dieren registreren te selecteren. Bevestig met OK.

  3. Er opent een ander submenu waarin je met de pijltoetsen △ ▽ kunt schakelen tussen de instellingsvelden voor Standaard waardes, Dieren automatisch registreren en Toevoegen Oormerk. Selecteer Toevoegen Oormerk en bevestig met OK.

  4. Gebruik de pijltoetsen ◁ ▷ om het oormerknummer toe te wijzen aan het werkende dier bij het aanmaken.

    VitalControl: menu-instellingen Toewijzing oormerknummer

Sla de instellingen op en keer terug naar het bovenste menu Toevoegen Oormerk door op de F1-toets te drukken  Opslaan en terugkeren .

Sla de instellingen op en keer terug naar het bovenste menu Instellingen Instellingen door op de F1-toets te drukken  Opslaan en terugkeren .

8 - Link transponder

Stel de toewijzing van de transponder in op uw VitalControl-apparaat.

Stel Maximale leeftijd moederdier op nieuw bedrijf in

Om de Maximale leeftijd moederdier op nieuw bedrijf in te stellen op uw apparaat, ga als volgt te werk.

  1. Selecteer het menu-item Instellingen Instellingen op het hoofdscherm van uw VitalControl-apparaat en druk op de OK knop.

  2. Er opent een submenu waarin verschillende instellingen worden weergegeven. Gebruik de pijltoetsen △ ▽ om Link transponder te selecteren. Bevestig met OK.

  3. Het instellingenveld Maximale leeftijd moederdier op nieuw bedrijf wordt automatisch geselecteerd. Gebruik de pijltoetsen ◁ ▷ om de maximale leeftijd in te stellen.

    VitalControl: menu-instellingen link transponder

Toevoegen Diernummer

Om het Toevoegen Diernummer in te stellen op uw apparaat, ga als volgt te werk.

  1. Selecteer het menu-item Instellingen Instellingen op het hoofdscherm van uw VitalControl-apparaat en druk op de OK toets.

  2. Er opent een submenu waarin verschillende instellingen worden weergegeven. Gebruik de pijltoetsen △ ▽ om Link transponder te selecteren. Bevestig met OK.

  3. Gebruik de pijltoetsen △ ▽ om het instellingenveld Toevoegen Diernummer te selecteren.

  4. Gebruik de pijltoetsen ◁ ▷ om de toewijzing van de diernummers in te stellen. Als u de instelling Afwijking van transpondernummer selecteert, krijgt u de opties om de Cijfers van nieuwe ID en Rechts offset in te stellen. Gebruik de pijltoetsen △ ▽ om het juiste bereik te selecteren en de pijltoetsen ◁ ▷ om de gewenste instelling te selecteren.

  5. Selecteer de optie Opeenvolgend of Afwijking van transpondernummer en ga verder zoals beschreven op pagina Toewijzing dier-ID.

VitalControl: menu-instellingen link transponder

Sla de instellingen op en keer terug naar het hoofdmenu Instellingen Instellingen door op de F1 toets te drukken  Opslaan en terugkeren .

9 - Transponder afnemen

Geef aan hoe de dier-ID moet worden toegewezen nadat de transponder is losgekoppeld.

U kunt deze instelling gebruiken om aan te geven hoe de dier-ID moet worden toegewezen zodra u de transponder van het dier verwijdert. Deze instelling kan worden gebruikt als bijvoorbeeld de synchronisatie met de Urban Alma Pro voeder is uitgevoerd en de dier-ID’s op de VitalControl nu overeenkomen met het halsbandnummer van de dieren. Zodra u de halsband verwijdert en de transponder loskoppelt, kunt u aangeven dat de dier-ID nu afgeleid wordt van het oornummernummer. Dit stelt u in staat om het dier snel te identificeren in de stal zonder halsband.

  1. Open het Instellingen Instellingen menu op het hoofdscherm van uw VitalControl apparaat.

  2. Er opent een submenu waarin verschillende instellingen worden weergegeven. Gebruik de pijltoetsen △ ▽ om Transponder afnemen te selecteren. Bevestig met OK.

  3. Gebruik nu de pijltoetsen ◁ ▷ om uw gewenste instelling te selecteren. U kunt kiezen tussen geen kans of Toevoegen Diernummer.

  4. De instellingsoptie afleiding van oornummernummer stelt u in staat om verdere instellingen te maken. Zie hier.

    VitalControl: Menu Instellingen Transponder afnemen

10 - Bedrijf

Sla uw officiële twaalfcijferige nationale boerderij-ID permanent op op het VitalControl-apparaat.

Stel uw boerderijnummer in

Om het bedrijfsnummer op uw apparaat in te stellen, gaat u als volgt te werk:

  1. Open het menu-item Instellingen Instellingen op het hoofdscherm van uw VitalControl-apparaat.

  2. Roep het submenu Bedrijfsnummer op. Er verschijnt een invoermasker waarin u gemakkelijk uw boerderijnummer kunt instellen. Gebruik eerst de pijltoetsen om naar het uiterste linkerdeel van het invoerveld te navigeren en selecteer uw land. Gebruik daarna de pijltoetsen om uw twaalfcijferige boerderijnummer in te voeren.

    VitalControl: Menupad voor het instellen van uw boerderijnummer

  3. Bevestig met OK zodra u de 12-cijferige nummerreeks correct hebt ingevoerd. Uw boerderijnummer is nu permanent opgeslagen op het apparaat.

11 -